Elektrodes slijten tijdens het zinkvonken. In bovenstaande foto is dit duidelijk te zien: rechts een ongebruikte grafietelektrode. Links een gebruikte elektrode met veel elektrodeslijtage. Omdat elektrodes slijten en hun vorm niet behouden, is het gebruikelijk om voor te vonken en na te vonken met 2 elektrodes of meer. De voorvonkelektrodes nemen relatief snel materiaal af en slijten veel. De navonkelektrodes vonken het laatste stuk weg met veel lagere snelheid en met veel minder elektrodeslijtage.
Meestal gaat een elektrode meerdere producten mee. Dit is sterk afhankelijk van het materiaal van het te zinkvonken werkstuk en van het materiaal van de elektrode. Veel gebruikte materiaalsoorten voor de elektrodes zijn:
De moderne generatoren van onze zinkvonkmachines zorgen voor weinig elektrodeslijtage. Zoals op bovenstaande foto te zien is, is de elektrodeslijtage geconcentreerd op de hoeken van de elektrode: er ontstaat een 'mooie' afronding. De elektrode op de foto is gebruikt om voor te vonken en heeft een extreem hoge slijtage.
De elektrodeslijtage is te kiezen door sneller of trager voor te vonken. Hoe sneller je voorvonkt, hoe meer elektrodeslijtage. Het zinkvonken gaat sneller, maar je moet meer elektrodes maken. Wat de meest gunstige keuze is, is van product tot product verschillend. Dit is afhankelijk van:
Op deze manier kiezen we de meest gunstige optie voor de klant, zodat de totale kosten van het zinkvonken - inclusief elektrodes maken - zo laag mogelijk zijn. In onze eigen fijnmechanische werkplaats kunnen we zinkvonkelektrodes vervaardigen door middel van:
Lees meer over zinkvonken...
meer informatie ›